De circulaire tuintafel

Circulaire tuintafel

 

Het is niet zuinigheid, althans niet alleen, maar voor ik iets ontwerp, denk ik eerst: wat heb ik nog liggen? Want de circulaire gedachte zit in mijn bloed.

Het Siciliaanse tegeltableau dat als blad voor de tuintafel had gediend bleek niet vorstbestendig. Ik wist dat wel en eerst zette ik het ’s winters ook binnen, maar net als de jeugd van tegenwoordig begon ik te denken: Wat een gedonder en Ach, het valt ook wel mee. Dus vroor de boel kapot.

Bij een tegeloutlet (waarvan ik het bestaan niet kende) kochten we voor een habbekrats namaak Portugese tegels. Ik had de vorige tafel van restanten hardhout gemaakt, die ik van de veranda had overgehouden, en een deel daarvan kon ik opnieuw gebruiken. Ik hoefde dus maar één balkje bij te kopen. Ik had ook nog een vracht rvs houtfrets. Bingo.

De vorige tafel was een beetje slap, dus maakte ik een verband op vloerniveau, dat er een beetje ouderwets uitzag, dus vond ik dat er groefjes in moesten, voor de gezelligheid. Dat heb ik geweten. De bovenfrees was in dit harde hout niet te hanteren. En ondanks voorboren draaide ik toch 3 houtfrets kapot. (!@#$%^&*!!!!)

Bij Karwei moest ik nog wel een plaatje Betonplex halen, een tube montagekit voor de tegels en een tube cementvoeg (wist niet dat het bestond!). Dus voor 6 tientjes was ik rond, maar als ik weer zo’n ding maak (ik heb nog een halve m2 tegels over) koop ik nieuw hout, waar de groeven al in zitten en monteer ik hem met slotbouten. Die draai je niet kapot.
‘Mooi hoor, zei mijn vrouw,’ toen ik hem met een glas rosé inwijdde. En toen ik de onvolkomenheden aan de achterkant opbiechtte, zei ze: ‘Daar zie je toch niets van.’

Achter iedere kleine geest staat een lieve vrouw.

Bekijk ook...

Jacobus Quiryn Smink (1954-2024)

Dichter met een Q in het midden

Door het lot gedreven passeerde ik op vrijdag 2 februari het dorp Sondel, terwijl er een lange rij voor de kerkdeur stond. ‘Dat zal de uitvaart van Jacobus Smink zijn,’ dacht ik met enige weemoed. Ik overwoog aan te sluiten, maar ik was niet uitgenodigd. Wij waren … tja, bijna-vrienden. Wij hebben elkaar welgeteld 1, 2, 3 … 9 keer ontmoet.

(misschien mijn) Nancy Hewitt

Dear Nancy

Op zaterdagnacht 24 september 1983 was iedereen in café het Hert wel zo’n beetje nat, want het was Jouster Merke, lalalalala … maar niet ik. Want elf tijdzones verderop vloog een sportwagen met gierende band van het asfalt en miste op een halve meter na een kolossale eik.

Twee vrienden bij Sonsbeek Arnhem

Kroniek van een vriendschap # 5

Wat zullen we doen? Zo was mijn vriendschap met KOOS van der SLOOT. In de auto, op de fiets, in de benen. Als ik terugdenk, zal ik dat het meest missen. Een belangrijk verschil tussen Koos en mij is dat hij onveranderlijk altijd en overal hetzelfde is, een man uit één stuk. Ik pas mij aan, ik ben een man van vijftien jassen.