Toen we de kinderen en kleinkinderen hadden uitgezwaaid, las ik een Whatsapp felicitatie van een verre vriend, die eindigde met de klassieke vraag: … en wat heb je voor je verjaardag gekregen? Ik liep naar het dressoir en maakte voor hem een foto.
Blauwe Maandag 2025
Wekker
Gekleed in een onderbroek en een gerafeld T-shirt, dat als nachthemd nog jaren meekan, gezeten in mijn hoek van de bank, toetste ik met één vinger het volgende WhatsApp bericht aan mijn vriend Kees:
‘Goede vriend, ik had om 1 minuut voor 8 de wekker preventief afgezet. Al minstens een uur bevond ik mij in het niemandsland tussen droom en werkelijkheid. Die werkelijkheid bestaat enerzijds uit een aanrecht vol serviesgoed met gouden randjes. Dat stamt nog uit de tijd van voor de vaatwasser en moet dus met het handje. Anderzijds was ik een beetje brak. Mijn vrouw was gisteren jarig en, hoewel de voorbereidingen intensief waren – inkopen en voedsel voor 25 dierbare personen in 2 etappes – was ik in lichte staat van euforie, waarbij de controlemechanismes stonden uitgeschakeld en liefde en vriendschap rijkelijk vloeiden. Zo ook de wijn. En was dat erg? Welnee! k was onbelast gelukkig geweest en ben dat nog steeds een beetje.
Maar goed, in deze staat van vertwijfeling – opstaan of niet? – hoorde ik in de buik van ons huis een alarmerend pingeltje, dat ik niet meteen kon thuisbrengen. De oven, de vaatwasser, de wasmachine? Ik voelde: ze lag nog naast me. Uitgesloten dus. Een rookmelder?! Onmiddellijk wierp ik mij van bed en stormde de trap af, op hetzelfde moment dat ik me realiseerde, dat het de wekker op mijn telefoon was. In de woonkamer zette ik dat kreng uit (Wie had die wekker verdomme gezet? Ik gebruik hem alleen op reis.), deed toen zoals iedere ochtend één gordijn open, plaatste mijn telefoon op de vaste plek tegen het vensterglas en maakte een foto. Dat is voor mijn project Ochtendgloren. Ik bekeek het resultaat: De wereld in mijn primaire werkelijkheid leek nog in diepe rust, maar verderop brandden de bouwlampen alweer. Vreemd dacht ik, hoe in zo’n grijze hemel vlak voor de dageraad zoveel blauw kan zitten. En toen zag ik dus jouw WhatsApp bericht. Half in de onlogische veronderstelling, dat een urgentie in jouw bericht mijn Samsung wekker had aangezet, opende ik het groene icoontje:
[07.46: Op het toilet lees ik tegenwoordig tijdens de ontlasting De nachttrein naar Lissabon van Pascal Mercier. Zonet bleef ik haken achter het volgende citaat: Als het zo is dat wij slechts een klein deel kunnen leven van hetgeen we in ons hebben – wat gebeurt er dan met de rest?
Mijn darmkanaal is ontlast, maar mijn gemoed wordt belaagd met schuldgevoel en vergeefsheid. Ach was ik maar katholiek. Jullie hebben de biecht.]
Absolutie
Ik keek voor alle zekerheid of jouw bericht een vraag bevatte: expliciet niet, maar impliciet zoek je steun of absolutie. Maar waarvoor?’
Toen ik de trap hoorde, drukte ik per ongeluk op verzenden. Mijn vrouw kwam binnen en bleef in de deuropening staan.
“Wat zit je hier in het donker?”, vroeg ze.
“Het begint al licht te worden,” antwoordde ik. Buiten brak het grijs definitief door. Alle blauw was uit de lucht verdwenen.
“Maar waarom stormde je naar beneden? Ik dacht: de boel staat in brand.”
“Dat dacht ik ook. Het spijt me. De wekker van mijn telefoon. Die ging af.”
“Waarom had je hem dan gezet?”
“Ik heb hem niet gezet”, zei ik. “Ik begrijp het ook niet … misschien een wake-up call van die vriendjes van Trump met hun vervloekte algoritmen.”
Ze liep naar het klokje en dacht na. Ik had gisteren gezegd, dat ze mocht uitslapen, en herhaalde dat nogmaals. Zonder iets te zeggen ging ze weer naar boven. Waarschijnlijk om zich te douchen of een ochtendjas en pantoffels te halen.
Weer opende ik mijn telefoon en las het bericht van mijn vriend nog eens na. Ik kon hem natuurlijk absolutie geven, zoals ik wel vaker had gedaan, maar ik dacht aan zijn vrijgezellenflat en aan het verzekeringskantoor, waar hij zijn 40 jaar had volgemaakt. Op hectische momenten in mijn bestaan, had ik hem daar weleens om benijd. Hij was altijd onwrikbaar goed geluimd geweest, althans als we elkaar zagen, dacht ik. Bovendien, volgens mij bedoelde die schrijver iets anders met die zin, maar daar ging het nu niet om. Als mijn vriend zich opeens schuldig voelde voor alle mogelijkheden, die hij aan zich voorbij had laten gaan, dan was dat een serieus probleem. Wat kon ik daarop antwoorden? Verkoop je huis en maak een wereldreis? Pling. Een nieuw berichtje. Ik las:
’08.20: Loos alarm. Tijdens de ochtendkoffie zag ik op Facebook, dat het vandaag Blue Monday is en toen vroeg ik me af, of ik ook depressie was. En toen dat boek op de wc er nog overheen! Maar ik heb het nog eens rustig nagelezen: volgens mij bedoelt die schrijver iets heel anders met die vraag, dus het is alweer over. Want laten we eerlijk zijn: Ik mag alles en ik hoef niets! Wat een leven!’
’08.21: Sorry, dat ik je liet schrikken. Als ik dat heb gedaan.’