In Paradisum

Niemand ging mooier dood dan mijn vader. In de zomer van 2007 werd in het ziekenhuis slokdarmkanker vastgesteld en kreeg hij slechts enkele maanden mee naar huis. Hij zuchtte tweemaal diep en was er klaar voor.

 

Niemand ging mooier dood dan mijn vader. In de zomer van 2007 werd in het ziekenhuis slokdarmkanker vastgesteld en kreeg hij slechts enkele maanden mee naar huis. Hij zuchtte tweemaal diep en was er klaar voor. De dood die hij verwachtte was een katholieke dood. Hij verheugde zich in het weerzien met zijn kaartvrienden, die hem één voor één waren voorgegaan. Vanuit de Hemel zou hij ons in de gaten houden … en daar zouden wij ons lekker niets van aantrekken. Wij bleven praten, wij bleven lachen. Hij vertelde voor het oog van een camera op statief het verhaal van zijn leven. Hij verhaspelde daarbij de feiten en werd achteraf alsnog bang voor de Duitsers, toen hij zich herinnerde hoe roekeloos hij als jongen in de oorlog was geweest. In weerwil van de voorspelling der witjassen werd het kerst en het werd voorjaar. Toen mijn moeder jarig werd gaf hij haar een groot bos rode rozen met een heel lief kaartje.

Toen ging er van binnen iets kapot. Wij zetten die avond het bed in de woonkamer en de dokter gaf hem morfine. De volgende dag werd de morfinekraan verder open gedraaid en wij – zijn vrouw en kinderen – kwamen om hem heen zitten. Mijn moeder zorgde voor soep en broodjes. Wij praatten en lachten zoals we dat van hem hadden geleerd, maar toch met iets meer nagalm en met één oog op de stervende man. Toen opende hij zijn ogen nog eenmaal en blies zijn laatste adem uit.

In de dagen die volgden verdeelden wij de taken en wij ontvingen met ons moeder het bezoek. Op zaterdag kreeg hij een Requiem-mis met een koor en een pastoor. Latijn, wierook en een In Memoriam, waarin ik hem vertelde wat ik bij leven en welzijn nooit had gezegd: Dat hij het goed had gedaan. Wat hij niet goed had gedaan, had ik hem bij het schrijven van mijn toespraak op de valreep vergeven. Streep eronder.

 

Eerder gepubliceerd in Nabij Hulshorst 2017

Bekijk ook...

Wat ik voor mijn verjaardag kreeg

Toen we de kinderen en kleinkinderen hadden uitgezwaaid, las ik een Whatsapp felicitatie van een verre vriend, die eindigde met de klassieke vraag: … en wat heb je voor je verjaardag gekregen? Ik liep naar het dressoir en maakte voor hem een foto.

Match Fixing (1968)

De jaarlijkse voetbalwedstrijd van de Bonifatiusschool tegen de Openbaren zou plaatsvinden op een echt voetbalveld van Sportclub Joure onder leiding van onze gymleraar van der Meer. Wij minachtten van der Meer, want hij spuugde bij het praten, dus noemden we hem heimelijk Flieber. Bovendien was hij gemeen en zelf Openbaar, dus floot hij vast tegen ons. Jopie was onbetwist de beste voetballer van de school, dus hij bepaalde wie erin zat.

Inwendig onderzoek van een fauteuil

Inwendig onderzoek

‘Wat doe jij thuis?’, vroeg mijn vrouw, toen ik maandagmiddag om half één de woonkamer binnen stapte. Ze zat netjes aangekleed met een krant op de bank, dus liet ik de gespeelde verdenkingen van een geheime minnaar maar achterwege en kwam meteen terzake. ‘Wij moeten praten,’ zei ik en ik nam plaats in de leren fauteuil.