Rook

Een oude man met een ijsmuts diep over zijn oren getrokken bleef staan voor de deur van het sigarenmagazijn. Hij trok een zakdoek tevoorschijn, trad naar binnen en snoot zijn neus. De detaillist met krulsnor veerde op achter zijn toonbank, en liep de klant met voorzichtige pasjes en een uitgestoken hand tegemoet.
“Wie hebben we daar?”
“Ja, ik … ik ben er weer.”
“Dat zie ik.”
“Ja.”
“We hoorden dat je even weg bent geweest.”
“Ja. Veertien dagen van huis.”
“Zo! Twee weken!”
“Ja, bijna.”
“En? Hoe gaat het er nu mee?”
“Nou, ik heb hulp, hè …”
“Hulp! Dat is mooi.”
“Ja, dat moest wel. Geen lucht.”
“En? Wat was het nou?”
“Tja, een kwaal met een rare naam.”
“Een kwaal!”
“Ja, dat zeggen ze.”
“Maar ze kunnen wat, tegenwoordig.”
“O ja, tegenwoordig zeker.”
“En wat doen we? Hetzelfde recept?”
“Ach ja …”
“Dat is dan drie negentig.”
De man snoot nogmaals zijn neus, bekeek de vangst en vouwde zijn zakdoek weer dicht. Toen rekende hij af.

Bekijk ook...

Rue Michel Bizot 48 Parijs 7e verdieping

De ogen van Francine

Ze zeggen dat je eerste liefde heimelijk altijd op nummer één blijft staan. Maar dat geldt niet voor mij. Ik denk nog zelden aan haar terug en dan nog slechts met weemoed. Maar toen de Oude Schrijver haar naam noemde, zag ik weer haar ogen, smeulend verlangen naar brandende liefde.

Chili con carne

Omdat mijn vrouw nog een laat overleg in Vaassen had, besloot ik Chili con Carne te maken. On-derweg van mijn werk haalde ik voor alle zekerheid een zakje saus.

Rook

Een oude man met een ijsmuts diep over zijn oren getrokken bleef staan voor de deur van het sigarenmagazijn. Hij trok een zakdoek tevoorschijn, trad naar binnen en snoot zijn neus. De detaillist met krul-snor veerde op achter zijn toonbank, en liep de klant met voorzichtige pasjes en een uitgestoken hand tegemoet.